15 november 2010

Uitstapjes


Nou, inmiddels werd het wel weer eens tijd voor een nieuwe blogpost. Inmiddels zit ik alweer 1,5e maand in Japan en begin ik steeds meer in een normaal leefritme te geraken. De colleges zitten er alweer bijna voor de helft op, ik heb twee keer per week yosakoi training, en in mijn overige uurtjes van de week maak ik het beetje huiswerk dat ik heb en breng ik veel tijd met vrienden door. Afgezien van het feit dat ik in Japan zit en een stuk minder studeerwerk heb dan in Leiden, verschilt mijn leven hier dus eigenlijk helemaal niet zoveel met dat in Nederland.

De dingen die echter wel verschillen zijn bijv. de uitstapjes die we maken met het International Student Center. Op 28 oktober hadden de Nederlandse studenten een uitwisseling met een middelbare school hier in Nagasaki. Alles was, zoals dat hoort in Japan, tot in de puntjes gepland, iets waar wij Nederlanders ons nog steeds mee kunnen amuseren. Na de ontvangst door de leerlingen, zo’n 65 kinderen, die meteen 1/3e van het totale leerlingenaantal vormden, introduceerden zij ons aan een verschillende typisch Japanse kinderspelletjes en tijdsverdrijven, zoals kendama, karuta en kalligrafie. Daarna hebben we samen met hen in hun klaslokaal gelunchd – waarbij wij Nederlands ons 60 jaar terug in de tijd geworpen voelden – en hebben daarna een potje buitenlanders vs. Japanners voetbal gespeeld. Daarna was het tijd voor nog meer spelletjes, een steen-papier-schaar rally en Anne-Maria Koekoek (goed, in het Japans heet het anders, maar dit is toch makkelijker :P). Voor mij was het leukste aan deze dag te zien hoe de leerlingen en de docenten met elkaar omgingen (een stuk losser dan ik gedacht had!) en erachter te komen dat veel Nederlandse kinderspelletjes, zoals hinkelen, touwtjespringen en elastieken, ook in Japan gespeeld worden. Misschien ga ik de volgende keer dan toch maar lessen missen, als ik dan net als Jeroen een paar weken geleden heeft gedaan, op een school een presentatie over Nederland kan geven en nog meer dingen over Japan kan leren..

Op 30 oktober was het tijd voor de trip naar Shimabara en Unzen. Shimabara en Unzen zijn twee plaatsen die op schiereiland tegenover Nagasaki liggen, en beroemd zijn vanwege een boerenopstand uit de Edo-periode en de natuurlijke zwavelbronnen. Al met al, dus een must see voor de buitenlandse studenten natuurlijk. Nadat we ons met veel moeite op de vroege zaterdagochtend uit bed hadden gesleept en op de universiteit hadden verzameld, vetrokken we met de bus richting Unzen, een kleine 2 uur rijden vanaf Nagasaki. Als “luie” Nederlandse studenten deden wij liever nog even een oogje dicht, dan te genieten van het uitzicht, al kwam er weinig van slapen door de toiletpauzes en een hoop enthousiaste Chinezen die het haast uitschreeuwden van blijdschap toen ze vanuit de bus de zee konden zien.
            Hoe dan ook kwamen we al met al een stuk uitgeruster aan in Unzen, alwaar gezamenlijk gelunchd werd. Daarna had men de keuze om naar de onsen te gaan, of door de beroemde Unzen Jikoku (Unzen Hell) te lopen. Omdat ik in principe nog altijd een onsen in kan stappen, maar niet zo snel meer de kans zal krijgen om door stinkende zwavelwolken die uit een berg komen zetten te lopen, heb ik als enige Nederlander gekozen voor het laatste. De overige Nederlanders zijn zich gaat ontspannen in de onsen. De wandeling door de Unzen Jikoku heeft me goed laten zien hoe destructief zwavel precies kan zijn. Naast alle natuurlijk roestige pijpleidingen die het water transporteren naar de onsen, waren zelfs de stenen stoeptegels geel uitgeslagen en gebladderd. En ook de natuur om de bron(nen) heen had meer weg van een woestijn dan van de prachtige groene bergen die ons omringden.
            Tijdens de wandeling merkte ik ook hoe erg ik er inmiddels aan gewend ben om Japans te moeten spreken. Ik heb de wandeling samen met twee Afrikaanse studenten en twee docenten gemaakt, en omdat de docenten er gauw achter kwamen dat ik wel (fatsoenlijk?) Japans spreek, spraken zij voornamelijk in het Japans tegen mij. De Afrikaanse studenten waren echter pas net begonnen aan hun studie Japans (ze konden al helemaal 32 kanji lezen… xD) en ik had er de grootste moeite mee om normaal Engels tegen ze te praten, wanneer ik bijv. een foto van ze had gemaakt of anders met ze wilde praten, of dingen wilde vertalen die onze docenten hadden verteld (ze doen heel erg hard hun best, maar het Engels van de meeste Japanners, inclusief onze docenten, is op zijn zachtst gezegd… Rocky xD We luisteren 10 keer liever naar Japanse uitleg over iets, dan de Engelse vertaling, maar dat komt dan helaas weer niet binnen bij de Japanners..). Hoewel ik hier aan de ene kant natuurlijk erg blij mee ben (hoe minder Engels ik spreek, hoe meer Japans ik spreek en hoe beter mijn Japans wordt!), is het ook wel een erg vreemd gevoel om te merken dat een taal die je in principe vloeiend spreekt ineens toch een stuk moeilijker wordt. Het grappige is dat dit niet enkel met mijn Engels gebeurt, maar zelfs mijn Nederlands komt er soms in gebroken zinnen uit omdat het me niet lukt om een normale zin te maken XDDD

Vorige week zaterdag was het dan (eindelijk) tijd voor onze zogenaamde “Heiwa Gakushuu”, of Vredesles. De hele dat stond in het teken van de atoombom die in 1945 boven Nagasaki is ontploft en daarmee 100.000-en levens heeft verwoest/geraakt. We begonnen de dag met het verhaal van een overlevende van de atoombom, die het hele gebeuren toch een stuk concreter maakte dan wat je er in de Nederlandse schoolboeken over leest of tijdens de herdenking op tv over hoort. Het feit dat je iemand voor je neus hebt staan, die zoiets verschrikkelijks heeft overleefd en nog alle gevolgen daarvan met zich meedraagt, heeft iets moois en iets verschrikkelijks tegelijk. Dat zij het aan volgende generaties kan vertellen, en hopelijk daarmee een vervolg op de verschrikkingen in Hiroshima en Nagasaki kan voorkomen, is werkelijk prachtig, ondanks het feit dat haar levensverhaal toch een gruwelijk verhaal is. Het feit dat die bom gemaakt is door mensen en in opdracht mensen tot ontploffing is gebracht en daarmee zoveel andere mensen heeft geraakt is eigenlijk onvoorstelbaar. Dat Japan en Amerika andere versies hebben van wat er nu precies gebeurd is rond Pearl Harbour en de atoombommen, maakt het ook allemaal niet makkelijker om te begrijpen. Wat ik er in ieder geval van meegenomen heb, is dat ik me sinds die dag in dat opzicht pacifistischer voel dan ooit tevoren. Ik betwijfel dat ik mijn hele leven in het teken van vrede zal zetten, maar het zal er van nu af aan in ieder geval wel onderdeel van uitmaken.
            Na de lezing zijn we in groepen opgedeeld en naar het Museum van Cultuur en Geschiedenis van Nagasaki gegaan, en naar het Peace Park. Het museum was belangrijk, omdat het een grote afdeling heeft over het internationale verleden van Nagasaki, al heb ik nog steeds niet kunnen uitvogelen waarom het precies op die dag moest. Waarschijnlijk omdat er niet genoeg gidsen waren om ons allemaal in één keer rond het park te begeleiden, en omdat het park daar ook niet genoeg ruimte voor biedt. Hoe dan ook heb ik genoten van het museum, en ga ik zeker nog een keer terug om alles op mijn gemak te bekijken/bestuderen en fotograferen zonder dat er veertig vervelende Chinezen bij alle vitrines staan. :’)
            Het park was ook erg mooi (zelfs het lelijke herdenkingsbeeld), al voelde het op een bepaald niveau ook wel erg gemaakt aan. Daar rond te lopen in de wetenschap dat het 65 jaar geleden een bar niemandsland was en vervolgens tegen een hoop buitenlandse toeristen aankijken die alles als een gek op de foto zetten zonder dat ze echt stil lijken te staan bij waar ze zijn en wat ze zien voelde heel erg dubbel. Ik was wel erg blij met onze gids, die een hoop over het park en alle beelden en andere gedenktekens wist te vertellen, maar ik denk dat ik nog een keer in mijn eentje terugga om een rustig door het park te lopen en alles te bekijken. Dan kan ik misschien ook naar het museum over de atoombom, want dat heb ik bewust niet gedaan die dag. We hadden er nog maar een half uurtje voor, en al schijnt het museum niet zo groot te zijn, het voelde haast als heiligschennis om daar in allerijl doorheen te moeten lopen, zodat we weer op tijd zouden zijn voor de bussen. Een gebeurtenis die zo’n invloed heeft gehad op de wereld verdient in mijn ogen meer aandacht dan dat, al is dat ook iets wat Japanners niet helemaal lijken te begrijpen. Ach, dat zal wel een beetje het principe zijn van eerst alles op de foto zetten en dan later maar eens bekijken waar je nou precies geweest bent J Die dag heeft in ieder geval een hoop indruk op gemaakt, en ik ben zeker blij dat de universiteit ons aan die dag mee laat doen – zelfs al pikken ze er onze vrije zaterdag voor in.

Hmm, zo eindigt deze blog dan toch op een zwaardere/serieuzere noot dan ik dacht. Nou ja, een dergelijk onderwerp verdient misschien ook wel zo veel. Hoe dan ook, a.s. vrijdag is het Schoolfestival hier in Nagasaki, en zal ik samen met Rens en Nadine ons debuut maken bij de yosakoi club. Fingers crossed dat alles goed gaat, en de volgende keer horen jullie meer!

Liefs,
Aranka

3 opmerkingen:

  1. Zo word je toch nog aan het "werk" gehouden. Klinkt in ieder geval heel leuk en interessant die uitstapjes :)
    Succes vrijdag!
    xx

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vrede is zeker blangrijk, maar het is een hele lange weg omdat te kunnen bereiken.

    Leuk verhaal!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ine (mama van Jeroen)12 december 2010 om 07:54

    het zijn gebeurtenissen die men generatie op generatie door moet geven....zoals alles heeft het tijd nodig! zo zijn mensen helaas!
    ik heb genoten van je schrijven....
    groetjes ine.

    BeantwoordenVerwijderen