22 april 2011

Busan, Korea

Het duurde iets langer dan ik had gedacht, maar hier is de volgende post dan weer! Deze keer gaat het over het eerste deel van mijn vakantie in Korea, de stad Busan! De op één na grootste stad van dit landje aan de overkant van de Japanse zee was mijn bestemming toen ik op 5 maart om 5 uur 's morgens mijn bed uitrolde om naar de trein te gaan. Want naar Korea gaan doe je vanaf Kyuushuu het makkelijkste met de boot, maar ja die vertrekt wel uit Fukuoka. En als je dan de boot van 10u boekt en tenminste een uur van tevoren aanwezig dient te zijn in de haven én ook nog eens van Nagasaki naar Fukuoka moet zien te komen.... Dan wordt het vroeg.




 Zo zie ik er dus uit om 6 uur 's morgens, op weg naar vakantie. Niet al te slecht na een intensief trainingskamp en een korte nacht, al zeg ik het zelf. Na ons in eerste instantie verbaasd te hebben over het gebrek aan taxi's op de vroege ochtend in de buurt van onze dorm (als je ze niet nodig hebt zie je ze in overvloed; als je ze wel nodig hebt.... niet dus.) en de geweldige pantervlekken-bekleding van onze treinstoelen hebben we maar gauw onze ogen dichtgedaan en een beetje verder gesoesd. Eenmaal op Hakata Station, het grote Japan Railway-station van Fukuoka hebben we een taxi gepakt naar de haven en vertrokken we om 10u richting Busan. Dat voelde wel raar hoor; dan sta je daar met z'n tweeën als enige hakujin, oftewel wit persoon. En dan ga je dus als Japans studerende Nederlander op vakantie naar Korea, terwijl je geen Koreaans spreekt, maar wel Engels, maar ze in Korea waarschijnlijk verder komen met Japans. Volgen we het nog? Haha.

Uitzicht op de skyline vanaf de boot
Ons avontuur in Busan begon al goed. Vanaf de haven daar wilden we een taxi naar het hostel pakken; zo gedaan zou je zeggen. Maar Jeroen en ik moesten natuurlijk weer nét de enige taxichauffeer in heel Busan treffen die zowel Engels als Japans maar mondjesmaat sprak. Bovendien wilde de lieve man Jeroen en mij al meteen naar een bezienswaardigheid brengen - wat we zelf ook eerst niet goed doorhadden; dat krijg je als je geen Koreaans spreekt - maar toen wij eenmaal doorhadden dat we dus echt níet de goede kant op gingen, kregen we bij hem er maar moeilijk in dat we naar het hostel wilden. Al met al geen bijster goed begin van je vakantie, als je met twee tegenovergestelde persoonlijkheden op vakantie gaat en allebei maar weinig geslapen hebt...  Gelukkig viel de stress allemaal zó van ons af toen we eenmaal het hostel bereikt hadden! Ik ben verdorie vergeten foto's te maken in het hostel en van de staf, maar ik kan jullie vertellen dat het echt de beste plek is om te overnachten als je naar Busan op vakantie gaat! Dus heel veel dank aan Maaike en Ferdy, die ons deze plek hebben aangeraden :D Met open armen werden we ontvangen en ze deden er alles aan om ons te helpen met wat we ook maar nodig hadden. Én daar bovenop hadden we ook nog eens heerlijke bedden! I-de-aal.
Na ons gesettled te hebben in het hostel was het tijd voor het verkennen van de stad en gingen we dus maar meteen door naar één van de bezienswaardigheden van Busan, Haeundae Beach. Ondanks dat ik ben opgegroeid op de Veluwe, heb ik net als mijn vader iets met de zee en ik moest en zou dus ook in Korea naar het strand. Beter kon de vakantie niet beginnen! Op het strand liepen ten eerste tegen een salsa workshop aan én er bleek een aquarium á la Sealife te zitten! Nou is Jeroen ook niet vies van een beetje vissen kijken, dus na genoten te hebben van het strand zijn we daar naartoe geweest. Gelukkig heb je voor vissen kijken geen Koreaans nodig, haha.
En toen we eenmaal klaar waren met het aquarium werd ik zo mogelijk nóg gelukkiger, want eenmaal terug op het strand (het aquarium loopt onder de boulevard langs het strand) kregen we het nachtelijk uitzicht op de stad te zien! En inmiddels ben ik echt wel enorm van dat soort uitzichten gaan houden; de outline van een stad zien door middel van alle lichtjes heeft toch nog altijd iets magisch en mysterieus.
Vervolgens heb ik iets gedaan waarvan ik altijd had gedacht dat ik het nóóit zou doen op vakantie: samen met Jeroen ben ik de Ierse pub van Haeundae binnen gelopen. Als ik op vakantie ga wil ik altijd juist naar de plekjes waar de locals ook heen gaan, en hoewel er meer dan genoeg Koreaanse barretjes zitten in Haeundae (het uitgaansgebied van Busan) waren Jeroen en ik allebei te moe om ons die eerste avond ook nog eens met moeite van een drankje te voorzien voordat we weer terug zouden gaan naar het hostel. En slecht als het was, stiekem was ook wel weer even heeeeeeeeeel erg lekker om na een half jaar weer in een soort van bekend plekje te zijn. Engels om je heen, Westerse (goeie) muziek, goeie koffie (voor mij) en zelfs Hoegaarden (voor Jeroen). Met antropologische interesse en amusement hebben Jeroen en ik ons die avond vermaakt met het kijken naar alle Britten en Amerikanen die in grote getale gezamelijk naar de bar kwamen. 

De volgende dag zijn we naar de Shinsegae geweest, het grootste winkelcentrum ter wereld. En ik kan jullie zeggen, met groot bedoelen ze ook daadwerkelijk GROOT! Al met al heeft het winkelcentrum 9 verdiepingen, waarvan het grootste deel gevuld is met winkels, boetiekjes en restaurants, maar er is ook plaats voor een ijsbaan, een onsen, een golfbaan, schoonheidsspecialistes, een bioscoop, en een park op het dak. En waar Japanners graag gaan winkelen, doen Koreanen dat zo mogelijk nog liever. Wel op z'n Aziatisch; manlief sleept met de tas van zijn vriendin met een verveeld gezicht achter haar aan door alle winkels. Nou vermoed ik echter wel dat mannen in Azië winkelen minder erg vinden dan in het Westen; mannen zijn hier namelijk veel modieuzer dan thuis. En de laatste mode moet je natuurlijk wel ergens vandaan halen, haha. Gelukkig leverde deze dag ook voor Jeroen genoeg te zien en te doen op, en zowaar kwam hij met meer spullen thuis dan ik! Maar ja, als je Batman All Stars vindt, dan mag dat ook wel... Mijn favoriete winkel hadden we ook al gauw gevonden:

Maar de pièce de résistance was toch wel het Zamboni apparaat dat ze hier gebruikten om de ijsbaan weer prachtig glad te trekken:

Voor de chauffeur ervan die op het apparaat zat en zich nauwelijks bewust leek te zijn van de airbrushing op het apparaat was heerlijk om te zien. Zeker met het neonlicht op de "rug"vin moet je toch doorhebben waar je nu precies op rijdt? Maar ja, blijkbaar dus niet, haha. Jeroen en ik vonden het in ieder geval allebei prachtig om te zien. Het was zelfs nog leuker dan de slechte mascotte trucjes uit te zien halen op de ijsbaan om het publiek te vermaken.

Op maandag zijn we met Eun Jong, een vriendinnetje van mij uit Nagasaki dat inmiddels weer naar Korea was vertrokken, naar de Beomeosa tempel afgereisd. De tempels in Korea zijn overwegend buddhistisch, maar als je aan de sobere, houten tempels van Japan gewend bent, dan zijn die van Korea wel even schrikken. Van verre stralen alle kleuren je tegemoet en ook beeldhouwwerk is in grote getale aanwezig. Nou ga ik zelf altijd meer uit architectonische dan religieuze interesse naar tempels, maar ik moet zeggen dat dit tot nu toe een van de prachtigste tempels is die ik heb gezien (al kan het het Parthenon - waar ik nog heen moet - waarschijnlijk nooit verslaan).
Jeroen en ik bij de hoofdingang
Het is op de foto rechts misschien niet zo goed te zien, maar Koreaanse tempels lijken qua structuur heel erg op de Japanse buddhistische en Chinese Confucianistische tempels, maar qua kleurgebruik en versiering doet het mij persoonlijk weer veel meer denken aan bijv. het Hindoeïsme. Bij deze tempel was het ook mogelijk om een zogenaamde templestay to doen, maar of dit nou ook daadwerkelijk meer inhoudt dan een x aantal dagen het leven van de tempel mee te maken is me niet duidelijk geworden. Wel zag ik dat er overal op het tempelterrein onderhoud werd gepleegd en dat er zelfs nog een heel stuk bijgebouwd leek te worden; allemaal ter meerdere glorie van de Buddha denk ik. Hoe dan ook, we hebben er een goed deel van onze middag besteed waarbij ik heerlijk mijn ogen uitgekeken heb naar alle kunst en cultuur die er op deze ene plek bij elkaar te vinden viel.  En zelfs de Buddha kent "See no evil, hear no evil, speak no evil", haha.

Op onze laatste dag in Busan hebben Jeroen en ik een "grand tour" door de stad, maar eigenlijk vooral de buurt van ons hostel, gelopen. Op vakantie gaan doe je namelijk niet zonder het nodige voetenwerk te verzetten! Tijdens deze wandeling zijn we langs traditionele Koreaanse markten gekomen, hebben we de Walk of Fame van het PIFF (Pusan International Film Festival; de Koreaanse schrijfwijze van de naam van deze stad valt te romaniseren (omzetten naar het alfabet) in Pusan of Busan, omdat de Koreaanse uitspraak heel erg op elkaar lijkt) gevonden en heeft Jeroen zich "vergolden" door mij mee te slepen naar het Museum of Modern History.
         Dit museum ging vooral over de periode vlak voor, tijdens en na de Japanse bezetting van Busan. Als je nog ergens duidelijk wil hebben dat ook geschiedenis nooit objectief is, moet je eens hier naartoe gaan, met voorkennis over de Japanse houding ten opzichte van de Tweede Wereldoorlog. Waar ook Korea genoeg schuld zal hebben aan dingen die er in het verleden gebeurd zijn, deed dit museum in mijn ogen wel heel erg zijn best om aan Korea de slachtofferrol toe te kennen en Japan af te schilderen als de brute onderdrukker. Daarbovenop kwam vervolgens nog eens de verheerlijking van de Amerikaanse "bevrijding" ten tijde van de Amerikaanse overheersing in Japan; iets dat er bij mij niet zo goed in gaat. Als er een volk goed is in het creëren van ellende - om maar even generaliserend te doen - dan zijn dat de Amerikanen in mijn ogen. Maar ja, omdat ik absoluut geen interesse heb in politieke verhoudingen en moderne geschiedenis, kan ik enkel mijn mening als leek hierover uiten.
            Wat ik zelf veel interessanter vond aan het museum was de indruk die het gaf over het leven in die tijd door allerlei bewaard gebleven artefacten, waarbij ook nog heel goed te zien was dat het Japans zoals ik dat nu studeer nog een behoorlijke ontwikkeling heeft doorlopen in de laatste 150 jaar. Op enkele oude posters, brieven en een gereconstrueerde shouten-gai, een soort winkelstraat, viel namelijk goed te zien hoe ze tot een kleine honderd jaar geleden ook horizontaal nog van rechts naar links lazen in het Japans. Nou was dat me al eerder opgevallen bij de "naamplaatjes" van de tempel gebouwen, maar ja, die waren al zo oud....  Maar ook op bijv. een Schijf van Vijf-kaart in het Japans stonden de horizontale geschriften van rechts naar links afgedrukt, en voordat je dat subtiele verschil doorhebt.. Want de karakters op zich kun je lezen en dus begrijp je het ook wel, maar toch klopt er iets niet helemaal... Tot je het eens van de andere kant af probeert en het dan ineens heel normaal blijkt. Hahaha, heerlijk, zulke socio-historische ontdekkingen!

Al met al heb ik me uitstekend vermaakt in Busan. Het is een stad die ongeveer net zo groot is als Nagasaki, en heeft doordat het aan zee ligt ook een zelfde soort sfeer. Maar omdat Koreanen van alle Aziatische volken misschien nog wel het meest verwesterd zijn, voelde ik me er, ondanks dat ik geen Koreaans spreek, wel veel meer thuis dan in Japan. Je wordt er als buitenlander niet zo veel aangestaard, bijvoorbeeld. Hoewel de Koreanen in hulpvaardigheid heus niet onder doen voor de Japanners, vind ik hun houding van: 'Jij besloot om hier naartoe te komen, je zoekt het maar uit.' heerlijk. Ik snap dat alle hulp goed bedoeld is, maar ik zoek nu eenmaal te graag dingen zelf uit om er niet lichtelijk geïrriteerd van te raken.
         Daarnaast zijn Koreanen ook een stuk luidruchtiger dan Japanners, al spannen Chinezen nog altijd de kroon heb ik me laten vertellen. Ze praten heel levendig, zowel op straat als in het openbaar vervoer als in de kroeg. Ze lijken zich ook iets minder druk te maken om de mensen om zich heen en het eventuele ongemak dat ze hen kunnen bezorgen dan Japanners. In het openbaar handen vasthouden, knuffelen en zelfs zoenen zijn dan ook niet uit den boze; dat was wel iets waar Jeroen en ik even aan moesten wennen na 6 maanden in Japan gewoond te hebben. Maar daar waren we al gauw overheen, want de Koreanen zelf fascineerden ons veel meer. Want mensenlief, wat zijn Koreanen knap. Zoals de meesten van jullie wel zullen weten valt de Aziatische Man helemaal onder mijn definitie van "aantrekkelijk", maar als ik dan toch met een Aziaat thuis zou moeten komen, doe mij dan maar een Koreaan! Lang (of toch nog met regelmaat langer dan ik; iets waar ik ook maar niet aan kon wennen in het begin!), modieus, maar toch qua algehele uitstraling mannelijker dan de male fashionistas die ik hier in Japan zie rondlopen. En geen gene over het vasthouden van je hand in het openbaar. Nu nog de goeie persoonlijkheid en ik zie een match voor het leven, haha.
Ja hoor, met een Starbucks om iedere hoek, de lekkerste hottok (een zoete lekkernij die een beetje op een soort van taaie pannenkoek lijkt) in Korea, de heerlijke Koreaanse bevolking en het strand dichtbij, zou Busan wel mijn favoriete Aziatische stad zijn om in te wonen. Misschien nog wel leuker dan Nagasaki. Maar ja, dat zullen we nooit weten, want ik spreek geen Koreaans en tegen de tijd dat ik het spreek heb ik vast niet meer de leeftijd of mogelijkheid om er te gaan studeren, haha. En hoe kan dat nou niet, in een land wat onderstaande uitvindingen voort brengt?


Wat nou, handschoenen mee? Je plakt ze gewoon aan je stuur!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten